De gesneuvelden militairen, velen waren nog rekruut, waren ingezet om de residentie met haar vliegvelden Ockenburgh, Ypenburg en Valkenburg te verdedigen en zo trachtten te voorkomen dat de Duitsers de vliegvelden in hun bezit konden krijgen en daarmee de weg naar de residentie vrij kwam te liggen.
Wellicht het minst bekend zijn de gevechten rond het voormalige vliegveld Ockenburgh, nu een groot complex met voetbalvelden, lag aan de rand van Den Haag. Pal naast het voormalige vliegveld bevindt zich nu de begraafplaats Westduin. Op de scheidingsgrens van het sportcomplex en de begraafplaats is nu alleen nog een stukje duinwal overgebleven. Bij deze duinwal is hevig gevochten en het bezit van deze duinwal is dan ook van groot belang geweest voor de militairen. Wie de duinwal onder controle had, had ook de controle over het vliegveld. Het uit rekruten bestaande 22e Depotcompagnie Bewakingstroepen verdedigde dit veld, daarbij de eerder genoemde korporaal Ton Joosten.
In en om Den Haag waren veel rekruten gelegerd, maar ook Grenadiers, Jagers en Huzaren. Zij hebben met kracht en moed hun strijd gevochten waarbij men niet mag vergeten dat dit een moeilijke strijd moet zijn geweest. De summiere bewapening van het Nederlandse leger stond tegenover een grote Duitse militaire en zwaar bewapende aanvalsmacht. Het is dan ook een huzarenstukje geweest dat de kleine Nederlandse militaire verdediging de Duitsers tot wanhoop kon drijven. Veel Duitse soldaten werden gevangen genomen, waarvan een groot aantal in krijgsgevangenschap naar Engeland werden afgevoerd. Ook kon het Nederlandse luchtdoelgeschut een groot aantal Duitse transportvliegtuigen neerhalen wat natuurlijk een flinke domper was voor de Duitsers.
Van welke historische waarde de verdediging Ockenburgh was, bleek achteraf.
Pas na het moment dat de Duitsers Rotterdam bombardeerden en de daarop volgende capitulatie van het Nederlandse leger kwam het vliegveld Ockenburgh in Duitse handen. Dat zelfde geldt ook voor de vliegvelden Ypenburg en Valkenburg
En deze dappere militairen, die hun leven hebben gegeven voor ons vaderland, mogen dus nooit meer worden vergeten en verdienen alle eer en een jaarlijkse herdenking.